Het voorjaar was al aangenaam aanwezig. Ik onderbrak mijn wandeling om eens even heerlijk in het kleurige veld te liggen. Zo liggend in het gras, omgeven door veldbloemen die zachtjes wiegden in de wind, kwam er een rust over me terwijl ik omhoog naar de bewolkte hemel keek. Wolkenluchten hebben me altijd al gefascineerd. Vanwege de oneindige veel verschillende vormen en kleuren, die mijn fantasie weten te prikkelen, vanwege de vluchtigheid van de vormen – heb je een vorm gekoppeld aan een beeld met je fantasie, is die vorm alweer veranderd – en natuurlijk van wege hun voorspellende waarde voor het weer.
Maar nu was ik even bezig om aanwezig te zijn, in het nu. Om mijn verbondenheid met alles weer eens lijfelijk te ervaren: hoe mijn rug en benen het contact met het gras ervaren, hoe grassprieten tussen mijn vingers aanvoelden. Ik keek naar wat zich boven me afspeelde. De zon scheen door de lichte wolken die langzaam uiteen dreven en oplosten. Mijn aandacht vestigde zich op een klein wit wolkje dat zich los maakte van een grotere pluk en dreef langzaam voort in het steeds groter wordende blauw.
"Ik wou dat ik dat wolkje was" dacht ik, terwijl het wolkje geheel oploste en één werd met het Al.
Deze ervaring inspireerde me om er een liedje van te maken. Veel verder dan een paar zinnen op een melodietje ben ik niet gekomen, maar wie weet maak ik het nog eens af...
Reacties mogelijk gemaakt door CComment